‘Wat is het doel van toetsen in het onderwijs?’ ‘Waarom doen we het zo veel en waarom beoordelen we altijd met een cijfer?’ Hama Jamal, docent scheikunde op het Hervormd Lyceum West (HLW) en docent aaardrijkskunde Oene Bouma van het Hervormd Lyceum Zuid (HLZ) weten het antwoord op deze vragen wel. Een bevlogen tweegesprek over hoe je op een andere manier de voortgang van leerlingen in kaart kunt brengen.
Jamal: “Het toetsen in Nederland zorgt voor veel onrust bij leerlingen, vooral bij leerlingen die bijvoorbeeld faalangst hebben. Die raken echt in paniek. Een toets is altijd een momentopname, een moment waar een leerling naartoe leert. En dat werkt niet, zeker niet als het gaat om leren op de lange termijn.”
Bouma: “Ik ben het met je eens dat er nu te veel nadruk op de beoordeling van kennis ligt. Het zou vooral moeten gaan om de kennisoverdracht van docent naar leerling. Kun je ze op een goede manier bij de lesstof betrekken, kun je ze meenemen op jouw ‘reis’ en ze bijsturen als dat nodig is?”
Jamal: “Ja, de rol van de docent is heel belangrijk. Die moet wat mij betreft de ontwikkeling van leerlingen dagelijks bijhouden, en echt op kwaliteit toetsen. Niet alleen zorgt de manier waarop we nu toetsen voor veel onrust bij leerlingen, ook bij docenten. Die zijn heel veel tijd kwijt met het toetsen. En ze toetsen altijd maar één ding: kennis. Terwijl je ook op vaardigheden moet toetsen, een leerling is meer dan alleen een hoofd.”
Bouma: “Ja, de enorme ‘toetslast’ gaat naar mijn idee ten koste van het prettig samenzijn van docent en leerlingen in een klas.”
Jamal: “Elke les een onderwerp behandelen en aan het eind van de les mondeling evalueren of een leerling het begrepen heeft. Daarmee voorkom je de eeuwige vraag: ‘komt het in de toets terug?’ Onze huidige manier van toetsen maakt leerlingen vaak angstig. Het kan volgens mij op een veel aangenamere manier.”
Bouma: “Als je niet op een schriftelijke manier toetst, is goede overdracht tussen docent en leerling heel belangrijk. Ik heb zelf ook goede ervaringen met het vaststellen van een lesdoel, en na afloop van de les checken of het is overgekomen. Je moet als docent wel heel goed opletten: is een leerling echt aangehaakt bij het overdrachtsproces?”
Jamal: “Maar toch moet het volgens mij die kant op, ook al vraagt dit veel van de docent. Je ziet niet altijd aan hun neus of leerlingen het begrepen hebben. Maar je bent het aan leerlingen verplicht: je hebt verschillende soorten leerlingen, die allemaal op een andere manier leren. En wij toetsen alleen schriftelijk kennis. Dat is toch oneerlijk? Leerlingen moeten echt eigenaar worden van hun eigen leerproces.”
‘Toetsen moeten niet zozeer een handig hulpmiddel zijn voor docenten, maar een spiegel voor leerlingen.’
Bouma: “Toetsen moeten niet zozeer een handig hulpmiddel zijn voor docenten, maar een spiegel voor leerlingen. Je moet ze dus niet alleen een cijfer geven, maar ze schriftelijke feedback geven: wat kan er beter? Dan is het een middel om te groeien, en niet een afrekening.”
Jamal: “Onlangs heb ik leerlingen elkaar laten toetsen. Die vragen waren mooier dan ikzelf had kunnen bedenken. Ik denk dat je veel meer bij de leerling zelf neer kunt leggen, zoals bij formatief toetsen. Ik heb wel twijfels of leerlingen in de onderbouw net zo goed op hun eigen ontwikkeling kunnen reflecteren als bovenbouwleerlingen.”
Bouma: “Ik denk ook dat formatief toetsen een voor de hand liggende oplossing is. Nu vragen we leerlingen allemaal door dezelfde hoepel te springen, en als het niet lukt, mogen ze het nog een keer overdoen. Maar het is toch veel logischer om vakken af te sluiten op verschillende niveaus? Ik zou het goed vinden als leerlingen niet meer blijven zitten, maar vakken op verschillende niveaus behalen. Dan raken leerlingen echt gemotiveerder.”
Bouma: “Volgens mij hoeft het niet zo’n groot gat te zijn als men nu vreest. Vergeet niet wat de opbrengst is in zelfvertrouwen. Dat is minstens zo belangrijk voor een vervolgopleiding. En we hebben altijd het Centraal Schriftelijk Examen (CSE) dat nog met cijfers beoordeelt.”
Jamal: “Ik vind het wel of niet behouden van het CSE een lastige vraag. Ik zou een examen maken dat op vaardigheden en op kennis toetst, maar ik zou dat niet vertalen in een cijfer. Als je op je cv kunt aangeven welke vaardigheden je beheerst, is dat ook heel zinvol voor een bedrijf dat jou in dienst neemt.”
Bouma: “Door corona is het CSE ook wel opnieuw onder de loep genomen. We hebben nu een unieke situatie, met een lichting die zonder centraal examen van school is gegaan, en is dat nu zo erg? Ik zie wel het belang van een CSE als middel om te vergelijken op nationale schaal: het is een maatschappelijke taak om de kwaliteit van een nieuwe generatie scholieren nationaal te waarborgen.”
‘Zoveel toetsen zorgt voor onrust bij leerlingen én docenten.’
Jamal/Bouma: “Geweldig!”
Bouma: “En het gebeurt gelukkig ook steeds meer.”
Jamal: “Je kunt als leerling niet in alles goed zijn, dus dit lijkt me heel belangrijk. We moeten niet te star met leerlingen in het onderwijs omgaan. Het doel is dat we leerlingen klaarstomen voor de maatschappij. Laat ieder kind zijn eigen weg daarin volgen.”
Jamal: “Ik denk dat je het bespreekbaar moet maken. Ik zie collega’s die zoveel tijd besteden aan het maken en nakijken van toetsen. Als we die nu eens besteden aan het geven van onderwijs.”
Bouma: “Bespreekbaar maken, op z’n minst. En laten zien dat iets werkt, leerlingen meer betrekken, hen mee laten denken of iets prettig voor hen is.”
Jamal: ”Eens. We moeten niet denken dat wij het onderwijs maken. Dat doen de leerlingen zelf.”